Het onthaalgebouw is de blikvanger van het vernieuwde Bakkerijmuseum in Veurne, vlakbij de afrit van de E40. Céline Desmedt kijkt reikhalzend uit naar de heropening. “Met ons negenkoppig team hebben we niet stilgezeten dit jaar. Zo legden we een volledig nieuwe pluktuin aan.”
De tuin en de cafetaria van het Bakkerijmuseum zijn vrij toegankelijk, enkel het museum en de workshops zijn betalend. Céline toont de ambachtelijke oven die gemaakt werd van stro, leem en paardenurine. Bij dat laatste gaan alle wenkbrauwen de hoogte in, blijkbaar maakt net dat de leem vuurvaster. Hier worden straks weer zoete broodjes gebakken door jong en oud. Dochter Mila kijkt nieuwsgierig toe, maar is toch meer geïnteresseerd in de speeltoestellen in de tuin.
Bruisende stadswijk
Céline werd geboren in Duitsland waar haar vader toen als militair gelegerd was. Zoals dat gaat in soldatenmiddens woonde het gezin op veel verschillende plekken. In Veurne vond ze eindelijk vaste grond onder haar voeten.
“Ik heb mijn man Ruben veertien jaar geleden tijdens een vakantiejob in Plopsaland leren kennen. Het klikte meteen. Ruben is van Veurne. De keuze om hier te komen wonen, kwam vooral van hem. Ik ben een stadsmens en Ruben houdt van de rust. Veurne is het perfecte compromis.”
Veurne voert een actieve politiek om jonge gezinnen aan te trekken. “Wij konden grond kopen in een vernieuwde stadswijk aan verminderd tarief. Er zijn wel een aantal voorwaarden aan verbonden. Zo moet je er minstens twintig jaar blijven wonen. Het is een heel gezellige en bruisende wijk. Momenteel is er een echte babyboom aan de gang, allemaal speelkameraden voor Mila en Maud. Onze voortuin kijkt uit op een tof speelplein.”
“We doen al onze verplaatsingen met de fiets in de stad”
Veilige fietswegen
Mila zit in de tweede kleuterklas. Maud gaat nog naar de kinderopvang. “Nog een voordeel is dat in Veurne niet met wachtlijsten wordt gewerkt. Hier komen ouders niet kamperen voor de schoolpoort om toch maar zeker hun kind te kunnen inschrijven. De juf was zelfs verrast dat ik Mila al zo vroeg kwam inschrijven, wist ik veel (lacht).”
De e-bikebakfiets van het gezin zorgt voor vrijheid. “We doen er al onze verplaatsingen mee in de stad. De kinderen zitten er comfortabel in en het is handig om er boodschappen in op te bergen. We kopen ons brood bij de warme bakker en op woensdag, marktdag, proberen we zoveel mogelijk lokale producten te kopen. Het centrum van Veurne telt verschillende charmante boetiekjes en ambachtszaken, terwijl de grote ketens meer naar de rand trekken zoals in het nieuwe Westpark.”
Over de troeven van de Westhoek hoeft Céline niet lang na te denken. “De natuur dichtbij en rondom is wat de Westhoek zo aantrekkelijk maakt. Het aanbod voor kinderen is ook bijzonder groot. Via de veilige fietswegen in de polders staan we zo aan de Kust.”
Sportkampen
Het Bakkerijmuseum kwam toevallig op het levenspad van Céline. “Ik ben decorbouwer van opleiding. Nooit gedacht dat ik in een museum zou werken. Mijn schoonmoeder zag de vacature passeren. Het sprak me meteen en ik heb de kans met beide handen gegrepen. We vormen een klein team van vaste medewerkers en krijgen veel verantwoordelijkheid. Ik sta in voor het onthaal en kan even goed meedraaien in de cafetaria of als animator bij de workshops.”
Céline is als vrijwilliger actief bij de Gezinsbond van Veurne waar ze de website en de nieuwsbrieven voor haar rekening neemt. In haar vrije tijd gaat ze met de collega’s soms zwemmen in het Stedelijk Zwembad van Nieuwpoort. Mila start binnenkort aan de tekenacademie en popelt om ook toneelschool te volgen. In de schoolvakanties is ze enthousiast deelnemer aan de sportkampen die door de sportdienst van Veurne worden georganiseerd. Ruben vond als lucht- en ruimtevaartingenieur vlakbij werk bij ventilatiespecialist Duco. In zijn vrije tijd vliegt hij als sinds zijn tienerjaren bij de West Aviation Club in Koksijde.
“Een glazen bol heb ik niet. Toch hoop ik oprecht dat onze kinderen in Veurne kunnen opgroeien. Ik wil hen stabiliteit geven. Veurne is de eerste plek waar ik het gevoel heb dat ik er wil blijven wonen.”