Hij sukkelt wat met zijn gezondheid en herstelt van een recente ingreep. Maar als Gilbert vertelt, is dat vol vuur. Vertel eens Gilbert, uit welk nest kom je?
Gilbert: “Een groot!” (lacht) “Ik was de tweede van negen, m’n jongste broer is 18 jaar jonger. Vader werkte eerst in de fabriek in Frankrijk, later in de bouw. Mama was huisvrouw. Niet zo gek met negen kinderen. In 1959 ben ik getrouwd met Yvonne Desaele en in 1961 hebben we gebouwd
in de Basculestraat. Ik woon er nog steeds. Twee jaar geleden is Yvonne naar woonzorgcentrum Wieltjesgracht verhuisd. Elke middag ga ik langs.”
Jullie kregen twee dochters, Sabine en Friedel. En de familie groeit nog steeds.
Gilbert: “We hebben vijf kleinkinderen. Eén van hen, Ine, heeft intussen zelf een kindje. Cas is ons eerste achterkleinkind. Ine heeft iets van mij: ze zet zich graag in voor anderen.”
Waarmee we bij je vrijwilligers- werk komen. Hoe is dat begonnen?
Gilbert: “Ik werkte als bureelhoofd gezondheidszorg van de CM in Ieper. Vanuit die functie was ik secretaris van CM Ziekenzorg (vandaag Samana). Zo is de bal aan het rollen gegaan. Ik organiseerde motortochten voor minder mobielen. Daar kwamen soms 160 mensen op af. Omdat ik het goed kon vinden met de rijkswacht, kregen we altijd twee zwaantjes mee.”
"Ik krijg zo veel terug"
Klein Maar Dapper: zo heette je voetbalploeg in de competitie van de openbare diensten.
Gilbert: “Met de CM speelden we tegen de rijkswacht, Bruggen en Wegen, het College, de stad. Onze matchen werkten we af op het Jeugdstadion. Een prachtige tijd. Ik heb ook lang gevolleybald, bij Ypra Ieper. Als passeur. We hebben nog in de op een na hoogste afdeling gespeeld. Verder was ik 35 jaar volleybalscheidsrechter, ook in nationale. Je zou het nu misschien niet meer zeggen maar ik was erg sportief.” (lacht)
Je werd ook vrijwilliger in woonzorgcentrum Sint-Jozef. Hoe kwam je daar terecht?
Gilbert: “Toen mijn mama een trombose kreeg, zochten we een rusthuis voor haar. Zuster Beatrijs van Sint-Jozef zorgde dat mama direct naar daar kon. Uit dankbaarheid werd ik er vrijwilliger. De donderdag nam ik mensen in een rolwagen mee op wandeling. En op zondagnamiddag bemande ik de cafetaria.”
Meteen na je brugpensioen op je 57ste wist ook Okra je te strikken.
Gilbert: “Ik werd eerst lid, een jaar later was ik bestuurslid en nog eens drie jaar later voorzitter. Toen was dat nog van Okra Sint-Maarten Sint-Niklaas, sinds de fusie met Okra Sint-Pieter is het Okra Ieper-Centrum. Ik zit nog steeds in het bestuur en ga graag kaarten: bij Ieper-Centrum en bij Okra Sint-Jan. Indertijd was ik ook bestuurslid bij het Okra- regiobestuur. Voor mij is het altijd belangrijk geweest dat senioren vertegenwoordigd en gehoord worden. Daarom ook dat ik me engageer in de Seniorenraad.”
En het is die Seniorenraad die jou nu het Zilveren Juweel toekent, Gilbert. De cirkel is rond.
Gilbert: “Die erkenning doet deugd, maar daarvoor doe je het niet natuurlijk. Nooit heb ik ook maar een frank gevraagd voor wat ik deed. Thuis kreeg ik wel eens te horen: moet je nu alwéér naar een vergadering? Maar ik heb het allemaal graag gedaan. Vrijwilligerswerk geeft je zo veel terug. Sociaal contact, dankbaarheid, voldoening. Ik zou het zo opnieuw doen.”
Tekst en beeldmateriaal © Stad Ieper